Hartslagcontrole betekent dat u en uw arts hebben ingestemd met het accepteren van atriumfibrilleren als aandoening, maar het kan zijn dat u de hartslag (slagen per minuut) moet reguleren om symptomen te voorkomen.
Het reguleren van de hartslag is de behandelingsoptie wanneer uw arts niet in staat was om het normale ritme te herstellen (mislukte poging), of de arts van mening is dat het herstellen van het normale sinusritme bijna onmogelijk is vanwege uw onderliggende hartaandoening.
-
Met medicatie
Uw arts kan medicatie voorschrijven om uw hartslag te normaliseren (70-110 slagen per minuut in rust).
Afhankelijk van uw symptomen kan de arts kiezen voor strikte hartslagcontrole (de hartslag in rust rond 70-90 slagen per minuut houden) of milde hartslagcontrole (de hartslag in rust rond 100-110 slagen per minuut houden).
Medicijnen die gebruikt kunnen worden om uw hartslag te reguleren, zijn:
- Bètablokkers: deze medicijnen vertragen de hartslag in rust en tijdens activiteit. Ze zijn meestal de eerste keuze, ongeacht de onderliggende hartaandoening.
- Calciumkanaalblokkers: deze medicijnen reguleren uw hartslag ook, maar moeten mogelijk worden vermeden als u aan hartfalen of een lage bloeddruk lijdt.
- Digoxine: dit geneesmiddel reguleert de hartslag in rust, maar niet tijdens activiteit. Het kan worden toegevoegd aan bètablokkers of minder vaak aan calciumkanaalblokkers als een enkele behandelwijze de hartslag niet genoeg vertraagde.
- Amiodaron: in zeer zeldzame situaties kan uw arts besluiten uw hartslag te reguleren met dit geneesmiddel, alleen of in aanvulling op bètablokkers. Amiodaron reguleert de hartslag zeer effectief, maar heeft ernstige bijwerkingen bij chronische behandeling. Het hoopt zich op in uw schildklier, in uw longen, huid, enz.
Meer informatie over: ‘Hoe moet ik mijn leven veranderen?’