De kans op een herhaling van atriumfibrilleren hangt af van de combinatie van aandoeningen bij elke patiënt.
Soms treedt atriumfibrilleren op als gevolg van tijdelijke medische aandoeningen die kunnen worden behandeld, bijvoorbeeld een schildklieraandoening, een infectie of een verstoorde balans van de elektrolyten van het lichaam. In dergelijke gevallen is er, na behandeling van de acute medische aandoening, minder kans dat atriumfibrilleren op de korte termijn terugkomt.
Als een patiënt andere langdurige medische aandoeningen heeft waardoor hij vatbaar is voor atriumfibrilleren, bijvoorbeeld hoge bloeddruk, obesitas, obstructieve slaapapneu enz., is de kans groter dat atriumfibrilleren zich herhaalt. Als deze aandoeningen onbehandeld blijven, zal atriumfibrilleren waarschijnlijk vaker voorkomen en uiteindelijk zelfs tot permanent atriumfibrilleren ontwikkelen.