We weten niet precies hoe atriumfibrilleren zich ontwikkelt, maar er zijn veel factoren die de kans op het ontwikkelen van atriumfibrilleren tijdens uw leven vergroten. In onderstaande tabel vindt u enkele voorbeelden, waaronder medische aandoeningen zoals diabetes of nieraandoeningen, maar ook hartaandoeningen Het is belangrijk om deze comorbiditeiten te behandelen om de resultaten van de behandeling van atriumfibrilleren te optimaliseren.
In het verleden is de term ‘lone atriumfibrilleren’ gebruikt voor patiënten die geen duidelijke risicofactor of onderliggende aandoeningen hadden waardoor ze vatbaarder waren voor het ontwikkelen van atriumfibrilleren. Maar er zijn steeds meer aanwijzingen dat er bij alle patiënten toch een oorzaak is en daarom is de term lone atriumfibrilleren verwarrend en mag deze niet langer worden gebruikt.
Levensstijl | Comorbiditeiten/andere aandoeningen |
---|---|
Alcoholmisbruik | Hoge bloeddruk/diabetes |
Obesitas | Hartinfarct/ischemische hartklachten |
Lichamelijke inactiviteit of excessieve duursporten | Hartfalen of hartklepaandoeningen |
Roken | Slaapstoornissen/obstructieve slaapapneu |
Stress | Hartchirurgie |
Misbruik van stimulerende middelen (inclusief cafeïne) | Thyrotoxicose (hyperactieve schildklier) |
Pneumonie (longontsteking) | |
Aangeboren hartaandoening |